KETELHAVEN - Bewoners van Ketelhaven zullen met hum afval- of PMD-zak moeten blijven lopen naar de containers aan de Ketelweg. Het park had bezwaar aangetekend tegen de plaatsing van de containers, maar de Raad van State heeft al die bezwaren afgewezen.
Bij Buitenplaats Ketelhaven, zoals het voormalige recreatiepark heette, zijn vier bovengrondse containers geplaatst voor huishoudelijk restafval, plastic- en metalen verpakkingen en drankkartons (PMD) en voor papier en karton. Dat is een gevolg van het feit dat de afvalinzameling bij de gemeente is komen te liggen. Eerder had Ketelhaven de afvalinzameling zelf geregeld met een particuliere inzamelaar. Eerst was het een recreatiepark, waar de woningen maar een berperkt deel van het jaar bewoond mochten worden. Nu is permanente bewoning er ook toegestaan.
Omdat de gemeente het afval nu inzameltt, moesten er containers worden geplaatst. Maar omdat een stichting eigenaar en beheerder is van het terrein, mag dat niet in het park zelf. Daarom is een plek bij de toegangsweg tot het park uitgekozen. Daar was de stichting het niet mee eens.
Afstand en verkeersveiligheid
Ten eerste had men bezwaar tegen de afstand. Sommige inwoners moeten nu 250 tot 500 meter lopen met hun afval naar de containers. De Raad van State vindt dat weliswaar een flinke afstand, elders in Dronten geldt een maximale loopafstand van 250 meter tot een container, maar het is simpelweg de dichtstbijzijnde plek waar containers op gemeentelijke grond geplaatst kunnen worden. Dat kan dus niet anders, concludeert ook de Raad van State.
Verder vindt de stichting dat de containers het zicht op de toegangsweg verslechteren en daarom verkeersonveilig zijn. De Raad van State erkent dat het zicht wat verslechterd is, maar vindt niet dat hierdoor verkeersonveilige situaties ontstaan. Ook met het bezwaar dat dit het aanzicht van het bungalowpark verslechterd, is de Raad van State het niet eens. Als het aanzicht verslechtert omdat mensen er afval dumpen of bijplaatsen, is dat een kwestie van handhaving, vindt de Raad van State, maar geen reden om de containers er niet te plaatsen.
Niet ondergronds
Verder vindt de stichting dat vanuit het ‘gelijkheidsbeginsel’ had moeten worden gekozen voor ondergrondse containers, omdat het afvalluik van de bovengrondse containers slecht bereikbaar zouden zijn voor mensen die minder mobiel zijn of in een scootmobiel zitten. Maar ook hier gaat de Raad van State niet in mee. Ten eerste zijn bovengrondse containers op veel meer plekken in Nederland te zien en komen daar zelden klachten over, ten tweede kunnen de containers op die plek niet ondergronds, omdat daar kabels en leidingen liggen.
Al met al concludeert het hoogste rechtsorgaan van Nederland dat aanwijzing van de plek voor de containers door de gemeente zorgvuldig is geweest en dat de containers kunnen blijven staan.